Download PDF


Examenprogramma: Vervoer gevaarlijke stoffen (ADR) awareness t.b.v. WWM & WECG Toetsvorm: 40 gesloten vragen
Examenonderdeel: Toetsduur: 60 minuten
Cesuur: 70% (55% met correctie voor de gokkans)
Code/Begrip Toetsterm Taxonomie # vragen
1. Juridische aspecten
1.1 Juridisch algemeen
1.1.1
Juridische context
De kandidaat kan het juridisch kader van het vervoer gevaarlijke stoffen m.b.t. munitie schetsen en begrijpt de gelaagde structuur van de volgende EU-richtlijnen en wetten.
  • ADR (Accord EuropĆ©en relatif au transport international des marchandises dangereuses par route)
  • WVGS (Wet Vervoer gevaarlijke stoffen)
  • BVGS (Besluit vervoer gevaarlijke stoffen)
K 2
1.1.2
Handhavende autoriteiten
De kandidaat kan van de belangrijkste instanties in hoofdlijnen hun rol en taken beschrijven en daarbij aangeven of zij belast zijn met de naleving van het ADR.
  • Nationale Politie regulier
  • Korpscheftaken
  • Inspectie leefomgeving & transport
K 1
1.2 Gecontroleerd worden tijdens het vervoeren van munitie
1.2.1
Bevoegdheden van autoriteiten
De kandidaat kan bij een controle op de naleving de volgende bevoegdheden onderscheiden.
  • Staande houden
  • Stilhouden voertuig
  • Vorderen inzage in bescheidenen
1.2.2
De toezichthouder
De kandidaat kan het begrip toezichthouder beschrijven en bij een gegeven situatie bepalen welke bevoegdheden en verplichtingen de toezichthouder heeft op grond van de Algemene wet bestuursrecht.
  • Toezichthouder. (Art. 5:11 Awb)
  • Bevoegdheden toezichthouder. (Titel 5:2 Awb)
  • De cautie in het bestuursrecht. (Art. 5:10a Awb)
K/T 1
1.2.3
Bevoegdheden WED
De kandidaat kan bij een gegeven situatie vaststellen wat de bevoegdheden zijn voor de opsporingsambtenaar met betrekking tot een economisch delict.
  • Inbeslagneming. (Art. 18 WED)
  • Inzage vorderen. (Art. 19 WED)
  • Toegang. (Art. 20 WED)
  • Onderzoeken zaken. (Art. 21 WED)
  • Onderzoeken vervoermiddelen. (Art. 23 WED)
T 1
1.2.4
Medewerking vorderen
De kandidaat kan bij een gegeven situatie aangeven welke medewerking kan worden gevorderd bij de uitoefening van opsporingsbevoegdheden wanneer een economisch delict is geconstateerd.
  • Medewerking vorderen. (Art. 24a WED)
T
1.2.5
Groeps- of derdenvervoer
De kandidaat kan tonen dat hij bekend is met de voorschriften tijdens het vervoer van munitie in groepsverband of ten behoeve van derden zoals:
  • Vervoer door of vanwege een erkenninghouder
  • Vervoer ten behoeve van college-schutters
  • Vervoer door verenigingsbeheerders van een schietvereniging
1.3 In strijd met het ADR handelen
1.3.1
Bestuurlijke sancties en bestuurlijke boete
De kandidaat kan noemen welke juridische gevolgen het niet naleven van de ADR-wetgeving kan hebben.
  • Bestuurlijke sanctie. (Art. 5:2 Awb)
  • Bestuurlijke boete. (Art. 5:40 Awb)
  • WED sanctie
  • Strafrechtelijke boete
  • Intrekking verlof/jachtakte/erkenning
T
1.3.2
Bestuurlijke sancties en bestuurlijke boete
De kandidaat kan noemen welke overige gevolgen het niet naleven van de ADR-wetgeving kan hebben.
  • Risico op ongevallen
  • Imagoschade bedrijf
  • Imagoschade schietsport/jacht
2. Gevaarlijke stoffen indelen
2.1 Kennis over de verschillende ADR-categorieƫn
2.1.1
ADR klasse 1
De kandidaat kan de aangeven welke stoffen zich in categorie 1.1 en 1.4. van het ADR bevinden. K 2
2.1.2
ADR klasse 1
De kandidaat kan aan de hand van de volgende getoonde gevaarlijke stoffen bepalen of deze tot ADR-categorie 1.1 of 1.4 behoort:
  • Munitie
  • Slaghoedjes
  • Zwart kruid
  • Nitro kruid
  • Overige pyrotechnische artikelen
T
2.1.3
UN-gevarenklasse
De kandidaat aan de hand van de UN hazourdous goods lijst het UN-nummer van de volgende stoffen opzoeken:
  • Munitie
  • Slaghoedjes
  • Zwart kruid
  • Nitro kruid
  • Overige pyrotechnische artikelen
T 2
3. Munitie vervoeren
3.1 Het vervoersdocument
3.1.1
De 1000 puntenregeling
De kandidaat kan aangeven onder welke voorwaarden de 1000 puntenregeling van toepassing is en welke voordelen deze regeling biedt
  • Geen verplichte ADR-APK door RDW
  • Geen verplichte borden op het voertuig (herkenbaarheid)
  • Aangepaste boorduitrusting
  • Beperktere bekwaamheidseisen
3.1.2
ADR-bekwaamheidsbewijzen
De kandidaat kan het verschil tussen de volgende ADR bekwaamheidsbewijzen aangeven en daarbij vermelden welke bevoegdheid deze geven
  • Het ADR vakbekwaamheidscertificaat van het CBR
  • Het bewijs van deelname aan een awareness cursus (de munitievervoerspas)
3.1.3
Boorduitrusting
De kandidaat kan benoemen welke verplichte boorduitrusting aanwezig dient te zijn in een voertuig waarin binnen de 1000 puntenregeling munitie, kruit of overige pyrotechnische artikelen wordt vervoerd. K
3.1.4
Verpakkingseisen
De kandidaat kan aangeven welke verpakkingseisen er gesteld worden aan een verpakking waarin gevaarlijke stoffen uit categorie 1.1 of 1.4 vervoerd worden.
3.1.5
Eisen vervoerscondities
De kandidaat kan aangeven welke eisen er aan de vervoerscondities gesteld worden bij vervoer van stoffen uit categorie 1.1 of 1.4
4. Preventie en calamiteiten
4.1 Handelingsperspectief algemeen
4.1.1
Alarmeren
De kandidaat kan conform het METHANE-protocol een melding doen van een calamiteit tijdens het vervoer van gevaarlijke stoffen.
4.2 Handelingsperspectief in specifieke situaties
4.2.1
Brandpreventie
De kandidaat kan de belangrijkste preventieve maatregelen tegen brand van gevaarlijke stoffen uit categorie 1.1. en 1.4 noemen T
4.2.2
Brandrepressie
De kandidaat kan de eerste veiligheidsmaatrelen aangeven in geval van brand in een voertuig waarin gevaarlijke stoffen uit categorie 1.1 en 1.4 vervoerd worden.
4.2.3
Aanrijding
De kandidaat kan de eerste veiligheidsmaatregelen aangeven in geval van een aanrijding met een voertuig waarin gevaarlijke stoffen uit categorie 1.1 en 1.4 vervoerd worden.
4.2.4
Overvalpreventie
De kandidaat kan de belangrijkste preventieve maatregelen tegen het gewelddadig afhanden komen van munitie en explosieven noemen.
4.2.5
Overvalrepressie
De kandidaat kan het handelingsperspectief tijdens een overval op een ADR 1.1 of 1.4 transport door geweldsbevoegde en niet geweldsbevoegde personen en organisaties benoemen.